vrijdag, juni 29, 2007

Seizoenskaart

Het aantal sukkels valt me nog aardig mee, een stuk of honderd, verdeeld over vijf kassa's. Ik sluit me aan bij de eerste rij, de rij die de wind en de regen vangt. Het terrein rond de Kuip is vreemd leeg, en wij staan stil, want vooraan de rij moet bijna iedereen nog een formulier invullen. Het is bijna juli en het is koud. Lijden zullen we.
Dat we straf hebben, daar is iedereen terdege van doordrongen. "Ja man, ik had die klotefolder in april al in huis. In acht repen hept ik em gescheurd. Man man man, na zo'n kutseizoen denk je toch: pleurt lekker een eind op met je Feyenoord. Maar ja, daar staan we weer he." Ik sta hier voor het eerst. Normale mensen verlengen hun seizoenskaart op tijd via de post. En ik heet procrastinatie Frankie.
Na een half uurtje komt iemand, een vrouw natuurlijk, op het heldere idee om vast wat formulieren rond te delen. Het grote pennenlenen neemt een aanvang en we worden allemaal een beetje familie. De man van de klotefolder biecht nu op dat hij een jaar eerder zijn seizoenskaart in het voorjaar al in de sloot heeft gekieperd. We voelen meteen aankomen hoe het verder gaat: "Na twee dagen wordt ik gebeld: uw seizoenskaart is gevonden. Ik zeg: Stop dat ding op een plek waar de zon niet schijnt. Pleurt op man." Maar ja, Feyenoord.
De 52-jarige meneer naast me vertelt terloops dat hij de finale van 1970 heeft bijgewoond, als jongetje van 15. Hij heeft Kindvall zien scoren tegen Celtic. Ik niet, ik moest in de rust naar bed. Als de rij de kassa nadert wordt duidelijk dat we echt laat zijn; sommige vakken zijn al helemaal uitverkocht. De stemming blijft goed. "Mag ik drie bier?" roept de scheurdert. Het meisje achter de kassa lacht met ons mee. Ik geef haar mijn oude seizoenskaart, mijn bibberig ingevulde formulier, en mijn paspoort. Ze gaat een kopietje maken zonder te vragen naar mijn tweede keus. Ik heb geen tweede keus. "Dus VV is geen probleem?" vraag ik enigszins bescheten. Geen probleem. Ik betaal en wandel weg, de mannen geluk wensend. Ik grijns naar de rij. Ze kijken me aan. Daar gaat een gelukkige. Ik voel me blij. Blij en dom.