woensdag, oktober 10, 2007

Pasgeboren girafje

Er bestaat een buitengewoon populair gedicht dat niemand kent. Het gaat over een klein girafje op de savanne van Afrika dat speelt met een ouder neefje. Enthousiast rent het girafje achter een verwaaide pluk gras aan, zichzelf daarbij omverwerpend. Een wolkje dat er bijna niet was geweest werpt even een verfrissend buitje over de beide dieren. Het is volgens alle lezers een schattig gedicht. Het gedicht is nergens te vinden, maar wat we er van weten doet vermoeden dat het behoorlijk bagger is.
Er zijn waarschijnlijk veel fictieve boeken te vinden, boeken die niet bestaan en toch beschreven worden. 'Het boek van Violet en Dood' voordat Reve 'Het boek van Violet en Dood' schreef is wellicht het mooiste voorbeeld. Maar zijn er ook fictieve gedichten? Sinds de verschijning van het nieuwste boek van mijn held Tim Krabbé is er op zijn minst één fictief gedicht: 'Pasgeboren girafje'. In 'Marte Jacobs', één van de betere Krabbé's, speelt het een grote rol, zo groot dat je als lezer verlangt naar het lezen van het gedicht, in de wetenschap dat het hoogstwaarschijnlijk bitter tegen zal vallen. Arjan Peters vergelijkt het gedicht in 'De Volkskrant' met Koplands 'Jonge Sla', een associatie die voor de hand ligt (dichter word achtervolgd door een matig gedicht dat de veel betere gedichten uit zijn oeuvre blijft verduisteren), maar ook met Slauerhoffs 'Voor de verre prinses', een associatie die kant nog wal raakt omdat Slauerhoff heel expliciet is terwijl de fictieve dichter bij Krabbé juist moeite doet om bijna onhoorbaar te zijn. Hoe dan ook, het fictieve gedicht nodigt uit tot dichten. Hoe lang zal het duren voordat de eerste pogingen in druk verschijnen? Beter van niet. Laat 'Pasgeboren girafje' maar een raadsel blijven. Het kan immers alleen maar tegenvallen.