vrijdag, januari 25, 2008

Aanzichten

Eén keer per jaar geef ik de beste wiskundeles van mijn leven, op de Open Avond. De les is bedrog. De les suggereert dat wiskunde een louter leuk vak is, vol kastelen met ridders en blonde vriendinnen. Een eindeloos spelen met blokjes terwijl je ouders vertederd lachen. Gisteravond vroeg een moeder of alle wiskundelessen zo leuk zijn. Nee, mevrouw, de wiskundelessen zijn veel leuker. Hallo!
De les gaat over aanzichten. Ik vertoon er twee, een vooraanzicht (zie afbeelding) en een zijaanzicht. De nieuwsgierige kindjes moeten een kasteel maken met zo weinig mogelijk blokjes terwijl beide aanzichten blijven kloppen. Dat is heel moeilijk, want voor de laatste stap moeten ze buiten het systeem denken dat ik tien minuten lang heb staan ophemelen. De leerling die het lukt krijgt ruimhartig applaus. Inderdaad, het kan met zeven blokjes. En als ze denken dat het klaar is volgt de werkelijk interessante vraag: hoe weet je zeker dat het niet met minder kan? Gisteravond werd de ultieme vraag beantwoord door een heel klein en heel slim meisje. Ze wees op de aanzichten: "Daar staan zeven blokjes. Je hebt er echt zeven nodig." Simpel en buitengewoon briljant.