maandag, juni 22, 2009

Künzelsau


Het aardigste museum dat ik ken is te vinden bij het Duitse Künzelsau, in Baden-Württemberg. Even buiten het kleine stadje ligt het grote fabriekscomplex van de firma Würth, specialisten in schroefjes. De geschiedenis van de firma is mooi: na de oorlog had opa een groothandel in schroeven, met drie werknemers. Zijn zoon nam de zaak over en bouwde het uit tot een multinational met talloze vestigingen en driehonderdduizend werknemers. Schroefjes ja.

Zoonlief had een aantal mooie eigenschappen. Hij was behalve zeer geïnteresseerd in ethisch ondernemen ook een groot liefhebber van moderne kunst. Hij schonk de omgeving uiteindelijk drie musea voor hedendaagse kunst, de grootste en mooiste in Schwäbisch Hall, een galerie in Künzelsau, en een aantal zalen in de entreehal van de grote fabriek. Dat laatste is mooi. Daar komen de zakendoenden en moeten eerst langs een grote ruimte met piepknarsboem verfsels. Heerlijk.

Maar het mooiste museum is het vierde, het kleinste. In één kleine lichte zaal van de fabrieksentree, niet meer dan tien bij tien, bevindt zich het enige museum ter wereld dat geheel gewijd is aan schroefjes. Schroefjes in allerlei soorten en maten, honderduizenden schroefjes, boutjes en moertjes en anderssoortige verbindingen van metaal. Als je een BMW koopt koop je meteen tienduizenden Würth-verbindingen.

En het mooiste: er is een bak waar je in mag graaien. Ik heb de verleiding om er eentje mee te nemen krachtig onderdrukt.