zondag, augustus 09, 2009

Frontier


De laatste film van Clint Eastwood is weliswaar fascinerend, maar niet goed. Het is een aardige gedachte, Clint die op zijn oude dag nog één keertje Dirty Harry doet. Clint is Korea veteraan Kowalski, een loner die zijn verhouding tot zijn medemensen in vier woorden kan samenvatten: Get off my property.

Vroeger speelde Eastwood vooral in westerns. Zijn helden waren even zwijgzaam als Kowalski, maar ze hadden geen property. De western is een tragisch genre, dat gaat over de teloorgang van de helden van de frontier. Naar verluidt voelt de Amerikaanse man tot op de dag van vandaag de tegenstrijdige neiging om er enerzijds op uit te trekken, met alleen een paard en beslist geen tandenborstel en om anderzijds een tuintje aan te leggen om op de varanda te gaan zitten roken.

In Sergio Leone's heerlijke kitschwestern Once upon a time in the West zijn de held en de boef epigonen van een tijd die eigenlijk al voorbij is. De toekomst is aan de zakenmensen. Vanaf nu wonen mannen in een huis met een tuin. In zijn magistrale Unforgiven draaide Clint Eastwood het om: zijn gedomesticeerde held verlaat de veiligheid van het eigen erf om een rekening te vereffenen. De western bleek herboren en zo fris als nooit tevoren.

Maar de mooiste vertolking van de man op de grens, niet kiezend tussen wildernis en tuin, dat blijft John Wayne in de slotsequentie van The Searchers. Als het gezin is herenigd en ook Wayne aarzelend naar binnen wil bedenkt hij zich, draait zich om en verdwijnt in de verte. De deur gaat dicht. Wij blijven veilig binnen. Het is film.